In 2025 moet al het goederenvervoer binnen de ZES-zone in Rotterdam schoon zijn. Meer elektrisch vervoer vraagt om meer laadvoorzieningen, in en buiten de stad. Merijn Rijnsburger, adviseur duurzame mobiliteit en projectleider Logistiek Laden bij gemeente Rotterdam, vertelt hoe de gemeente hier de komende jaren in gaat ondersteunen.
Positief Geladen heet de strategie laadinfrastructuur waarmee de gemeente de komende jaren wil zorgen voor voldoende laadpalen. In 2030 verwachten we dat er 23.000 bestelbussen iedere dag de ZES-zone in rijden. In de strategie is daarom ook aandacht voor deze categorie voertuigen. Voor bestelauto’s zijn er drie mogelijkheden om op te laden: thuis, op bedrijventerreinen, of snelladen in de stad.
Thuis laden
Voor ondernemers die hun bestelbus ’s avonds mee naar huis nemen, maar niet beschikken over een eigen oprit, moeten voldoende laadpalen in de wijk beschikbaar zijn. Momenteel zijn er ruim 4000 openbare laadpunten in Rotterdam, en daar komen er maandelijks 100 tot 175 bij. Eerst plaatste de gemeente alleen op aanvraag, straks ook op basis van voorspellingen. “Aan de hand van datamodellen kunnen we straks voorspellen waar en hoeveel laadpalen er in wijken nodig zijn”, vertelt Merijn. “We willen de overstap naar elektrisch voor zijn, zodat de laadinfrastructuur er al ligt op het moment dat mensen die keuze maken om over te stappen.”
Bedrijven die zonnepanelen installeren en daarmee hun elektrische voertuigen kunnen laden, zijn het goedkoopst uit.
Opladen op bedrijventerreinen
Voor zo’n 80 tot 90% van de bedrijven is het laden op het bedrijventerrein de meest voor de hand liggende plek. Dit zijn bedrijven die hun voertuigen ’s nachts parkeren op eigen terrein of bijladen tijdens laden en lossen.
Het aanschaffen van eigen laadpalen is voor deze bedrijven een logische optie. “Bij publieke laadpalen betaal je extra gebruikskosten, maar hoef je niet zelf te investeren. Wanneer je laadpalen aanschaft, doe je eenmalig een investering maar betaal je daarna alleen de elektriciteitskosten. De meeste bedrijven zijn daarmee op termijn goedkoper uit.” Voor grootverbruikers heeft laden op eigen terrein nog een voordeel: het energietarief is lager. Daarnaast kunnen bedrijven ook zelf elektriciteit opwekken. “Bedrijven die zonnepanelen installeren en daarmee hun elektrische voertuigen kunnen laden, zijn het goedkoopst uit.”
Voor bedrijven met een groter wagenpark (vanaf ongeveer 10 voertuigen) ligt het weer iets complexer. “Voor het laden van al die voertuigen is veel elektriciteit nodig. In sommige gevallen moet dan ook de netaansluiting worden verzwaard. Dat is een flinke investering, maar kan zich uiteindelijk ook weer terugverdienen. Bovendien loont het om zo slim mogelijk met je elektriciteitsvraag om te gaan. Hoe lager het piekvermogen, des te kleiner (en goedkoper) je netaansluiting kan zijn. Niet gelijktijdig snelladen, ’s nachts laden of laden op stroom uit eigen zonnepanelen zijn manieren om die piek af te vlakken.”
Snelladers in de stad
Niet iedere ondernemer komt de werkdag door met een volle accu. Daarom faciliteert de gemeente de uitbreiding van snelladers, ook voor logistiek vervoer. Snelladers komen op logische routes te staan en moeten toegankelijk zijn voor bestelbussen. De komende jaren komen er ook enkele snellaadstations voor zwaardere voertuigen, zoals elektrische bakwagens en zelfs trailercombinaties.
Advies nodig?
Overweeg je als bedrijf over te stappen op een elektrisch wagenpark? Wij kunnen je daarin adviseren. In ons gratis adviesgesprek kijken we naar de mogelijkheden voor jouw bedrijf, de kosten, voorwaarden en voordelen.
Benieuwd naar de volledige Rotterdamse Laadstrategie? Download Positief Geladen hier.
